LEREN VAN DE DODEN – SCHOONHEID IN DE SNIJZAAL

Foto Edith Gerritsma Serie Schoonheid in de snijzaal
Foto Edith Gerritsma Serie Schoonheid in de snijzaal
Foto Edith Gerritsma Serie Schoonheid in de snijzaal
Foto Edith Gerritsma Serie Schoonheid in de snijzaal
Foto Edith Gerritsma Serie Schoonheid in de snijzaal
Foto Edith Gerritsma Serie Schoonheid in de snijzaal

De serie Leren van de doden – schoonheid in de snijzaal toont een wereld achter gesloten deuren, die doorgaans alleen worden geopend voor medici. En voor studenten die voor het eerst een lichaam ontleden en zo ervaren hoe het voelt om bijvoorbeeld een zenuw, spier, nier of hart vast te houden. Ook de schoonheid van het lichaam blijft niet onbelicht. Door het zien van onbekende doden word je geconfronteerd met jezelf, met je eigen einde of dat van je dierbaren.

De eerste openbare ontleding in Amsterdam vond plaats rond 1550 door leden van het Chirurgijnsgilde. Burgers konden hier tegen betaling getuige van zijn. Voor kunstenaars zoals Rembrandt, Adriaen Backer en Jan van Eck vormden deze ontledingen een inspiratiebron. Tot het einde van de achttiende eeuw kwamen nieuwsgierigen van heinde en verre naar de Waag op de Amsterdamse Nieuwmarkt – het domicilie van het Chirurgijnsgilde – om de schilderijen van de anatomische lessen te bewonderen.
Degene die op de snijtafel belandde, werd niet om toestemming gevraagd. De rechter bepaalde dat hij ‘tot een Subjectum Anatomicum is vergundt’. Maar tijden veranderen. Mensen bepalen nu zélf of ze hun lichaam afstaan voor de wetenschap en melden zich aan bij een van de anatomische instituten van de universitair medische centra.

MEER VAN EDITH GERRITSMA